Visies

22-03-2020

In deze blogpost een kort overzicht van de verschillen die ik heb ervaren tijdens mijn verblijf in Zuid-Afrika. Ook lees je er andere ervaringen en zaken op het gebied van cultuur, gewoontes enz. Deze zij gekoppeld aan de doelen die ik voor ogen had voor aanvang van mijn internationale stage.

  • Mezelf ontwikkelen op cultureel gebied (tradities, gewoonten van de lokale bevolking, manier van denken...)
    • Elke ochtend bij Southern Cross begon om 7:00 met een staff meeting. Vaak begon deze met een gebed dat door een van de leerkrachten werd voorgedragen. Voor mij een groot verschil aangezien dit voor mij nieuw was. Het geloof is belangrijk voor de mensen hier en speelt een grote rol in hoe ze tegen dingen aankijken. In België en Nederland heb ik dit nooit meegemaakt. De impact van God is hier groter en belangrijker voor de mensen dan dat ik ervaar in België. Ook in de manier van denken komt dit soms naar voren. ''Geloof in God en hij zal je leiden naar de plaats waar je hoort te zijn'' zei iemand tegen me toen we spraken over het Coronavirus. ''We moeten ons door God laten leiden en niet door het virus en de paniek''. Dit laat zien dat de rol van God groot is en met een andere blik tegen de problematiek aankijken. Wat me aansprak was dat ze ook heel realistisch en nuchter er mee omgaan. Het bidden en de staff meeting elke ochtend werd als snel een gewoonten voor mij en het geeft het gevoel dat je echt de cultuur meemaakt zoals die in het dagelijkse leven is. Heel mooi, want dat wilde ik graag. Wat meer diepgang dan dat een toerist zou meemaken. Dit soort dingen dragen daar zeker aan bij in mijn ogen.

Verder is de relaxte levensstijl een lifestyle waarin ik goed thuis voel. Er wordt gewerkt maar er wordt niet op de minuut gekeken. Men komt afspraken na, maar als deze op het laatst veranderen is dat zo. ''Go with the flow'' zegt mijn mentor steeds en I love that. Deze mindset levert minder haast en stress op. Ik heb heel veel vriendelijke mensen mogen ontmoeten iedereen (bekenden, en onbekenden), vraagt aan elkaar ''How are you?'' Het hoort bij de groet, maar toch is er net even iets meer persoonlijk contact dan alleen een 'hallo'. Deze kleine dingen vond ik leuk om te ervaren en het geeft wederom een welkom gevoel. Naast deze zaken vind ik ook zoiets algemeens als het buitenleven heerlijk om mee te maken. Ik ben erg graag in de buitenlucht en in Zuid-Afrika is het leven grotendeels buiten. Alle LO-lessen waren buiten, mensen leven op straat, gaan erop uit, zitten buiten. Lekker om dit ook te kunnen doen en zeker in zo'n mooie omgeving. Ook de typische Zuid-Afrikaanse braai hoort bij het buitenleven. Zelf heb ik ook genoten van de braais die we gehouden hebben.

Bij Eco Children heb ik de sfeer van de community mogen opdoen. Meer armoede die zichtbaar is maar desondanks weer heel veel vriendelijke mensen. Knap hoe ze in het leven staan en dealen met de omstandigheden waar ze in zitten. Er is geen klaagcultuur zichtbaar. Zo lijkt het althans. Ze doen wat ze kunnen met de middelen die ze hebben en de omstandigheden waar ze in leven. Muziek tijdens de 'crime awareness day', het zingen en dansen van de kinderen, het samen lunchen tussen de middag met de 'pap' die de mensen daar altijd eten. Het was geweldig om mee te maken. De expressie in de vorm van dansen en muziek leeft hier meer. Ook meer dan op Southern Cross.

Om af te sluiten over de cultuurverschillen en mindset van de mensen wil ik een voorbeeld aanhalen over hoe ze tegen werk aankijken. Met veel respect heb ik namelijk gekeken naar hoe mensen hun beroep uitoefenen. Het is me opgevallen dat er veel kleine bezigheden zijn waar mensen een baan in vinden. Zo wordt er bij het tankstation voor je getankt en wassen ze je ramen. Of mensen lopen op een parking rond om je auto in de gaten te houden of doen je boodschappen in plastic tasjes. In België zou voor dit soort taken geen aparte baan worden vrijgemaakt. En al zou dat wel zo zijn zouden er heel veel menen weigeren om het te doen. In Zuid-Afrika hebben ze er volgens mij geen problemen mee. Sterker nog, ze kijken blij, zijn vrolijk en vriendelijk en lijken zelfs dankbaar dát ze werk hebben. Een geweldige instelling als je het mij vraagt! Iets waar veel mensen nog iets van kunnen leren.

  • Mezelf ontwikkelen als leerkracht (hoe geef je les aan deze doelgroep, waar hou ik rekening mee, enz.)
    • Zoals ik in mijn eerdere reflectie al schreef zijn er een aantal verschillen tussen hoe het onderwijs hier wordt vormgegeven en hoe dat in België gedaan wordt. In het kort komt het hier op neer:

De lessen zijn inhoudelijk minder diepgaand. Plezier staat hoog in het vaandel en is bepalend. Daardoor wordt er meer aandacht besteedt aan de 'funfactor'. Inhoudelijk lever je dan in op het gebied van diepgang, efficiëntie en rendement. Doordat op deze zaken veel gehamerd wordt op PXL is dit even switchen. Het switchen was voor mij persoonlijk geen probleem als wel dat ik me afvroeg hoe ik dit administratief moest aanpakken naar mijn eigen school toe. Ook hierover heb ik het gehad in mijn vorige reflectie. Minder inhoud dus en ook geen eindtermen die behaald moeten worden. Deze twee hebben invloed op elkaar. Het zorgt wel voor veel meer bewegingsvrijheid voor de leerkracht (en dus ook voor mij). De lessen zijn relaxter, ongehaast met een bijna ongedwongen sfeer. ''De leerlingen moeten plezier hebben/krijgen in sport'', aldus mijn mentor. Dat heeft hij zeker voor elkaar gekregen want de kinderen komen graag. Dat er inhoudelijk minder diepgang is en er aanzienlijk minder rendement wordt behaald dan waar wij in België naar streven is een van de verschillen die ik heb ervaren. Dit komt ook deels doordat er veel minder materiaal voor handen is. Met twee ballen voor 24 leerlingen gaat het aantal oefenbeurten per leerling natuurlijk flink omlaag. Dat is nu eenmaal zo en hoort er eenmaal bij. De kinderen staan dus langer stil en het vraagt van jou als lesgever flexibiliteit en creativiteit. Remediëringen, uitbreindingen en/of afdalingen zijn niet echt bekend hier. Kleine stapjes om dit te doen werden wel gewaardeerd. Kinderen keken een beetje verwondert toen ik zei dat ze zelf mochten kiezen of ze het spel met één of twee ballen mochten spelen maar ze deden het uitstekend en vonden het erg leuk. Mij tegelijkertijd gaf het een hoop voldoening.

Per individu een kleine aanpassing. In dit geval materiaal als hulpmiddel in het aanleerproces.
Per individu een kleine aanpassing. In dit geval materiaal als hulpmiddel in het aanleerproces.

Tot zover over de lesinhoud. Laten we eens kijken naar de andere kant van het verhaal. Want doordat er niet zo gehamerd wordt op de inhoud is er veel ruimte voor persoonlijk contact. Mijn mentor was geliefd bij de leerlingen en ik ben ervan overtuigd dat dit cruciaal is om de leerlingen met plezier naar de les te laten komen. Zelf voelde ik me hier prettig bij omdat ik graag contact maak/hou met leerlingen. Soms laat ik dit, doordat ik te zeer op de inhoud gefocust ben, wat varen. Dat gevoel, dat ik vooral op de inhoud moet focussen, had ik hier niet en dat heb ik wel als prettig ervaren. De vergelijking met België (die je in je achterhoofd toch maakt), zorgde er soms toch voor dat ik het jammer vond dat er niet meer uit de les gehaald was. Dit had ik voornamelijk als ik in co-teaching lesgaf. Een minuut later was dat weer weg als je ziet dat kinderen zoveel plezier gehad hebben dat ze het zwembad eigenlijk niet uit willen. Plezier staat voorop. Groot gelijk. Hopelijk kan ik iets mee als ik terug ben in België en in de toekomst. (zie volgende kopje).

  • Mijn culturele bagage effectief in kunnen zetten om mijn lessen beter te maken
    • In Zuid-Afrika heb ik zoals gezegd kleine individuele aanpassingen kunnen toevoegen. Denk hierbij aan een individuele variatie op basis van techniek, materiaal (als hulpmiddel), of autonomie. De leerlingen waren hier niet mee bekend maar ik merkte aan ze dat ze het wel prettig vonden. Soms was het nodig om even uit te leggen dat A iets andere mocht doen dan B.De opgedane bagage die ik vanuit Zuid-Afrika meeneem naar België en graag zou willen integreren in mijn lessen hebben vooral te maken met de mindset. Het vinden van een balans tussen inhoudelijk doelen bereiken en de 'funfactor' die in Zuid-Afrika zo goed was, wordt een mooie uitdaging voor me. Zeker omdat het voor mij persoonlijk ook zaak is om de structuur te kunnen houden. Daarnaast is het omgaan met weinig materiaal ook een meerwaarde geweest. Spelletjes zonder materiaal die in de rij kunnen worden gespeeld om de wachttijd te verkorten bijvoorbeeld. Ook de persoonlijke aandacht met de leerlingen is een punt waar ik nog meer op ga inzetten. Dit was iets waar ik wel al aandacht aan gaf, maar de visie van mijn mentor (dat plezier leidt tot meer inzet), heeft me nogmaals laten zien dat investeren in persoonlijk contact cruciaal is. Hopelijk kan ik dit toepassen in onderwijs waar het tempo hoger ligt en er meer verwacht wordt op het gebied van het behalen van doelen en eindtermen.
  • Het verschil ervaren tussen de visie op onderwijs in Zuid-Afrika en België

Het antwoord van deze vraag deel ik voor het gemak even op in twee categorieën: de visie van Southern Cross en de visie van Makwetse primary school van Eco Children. Deze twee vergelijk ik met hoe ik het onderwijs in België ervaar.

Assembly, de bijeenkomst op SCS op vrijdagochtend
Assembly, de bijeenkomst op SCS op vrijdagochtend
    • Southern Cross: losser en relaxter. De school wil meer zijn dan alleen een schooln straalt dit ook uit. Er hangt een familiaire sfeer waarin kinderen spelen en het goed met elkaar en met de leerkrachten kunnen vinden. Het is een plek waar kinderen zich op hun gemak voelen. Er wordt meer aandacht besteedt aan niet-schoolse zaken zoals wildlife, milieu, duurzaam tuinieren enz. Ook is er meer aandacht voor sportevenementen. Ook op zaterdagen organiseert de school evenementen. Er wordt meer ingezet op betrokkenheid bij dergelijke evenementen en het leeft er meer dan in België. De familiaire sfeer draagt ongetwijfeld bij aan het feit dat leerlingen graag dit soort activiteiten bijwonen. Ze zijn daarnaast in mijn ogen meer bezig op maatschappelijk gebied. De wijk opruimen, ouders betrekken (bij de samenkomsten op vrijdagochtend bijvoorbeeld) en uitstappen. Ook het contact over de verschillende grades heen wordt gestimuleerd. In familygroups zitten alle leeftijden een keer per week samen om zo met elkaar iets leuks te doen. Het levert ook een goede band op tussen alle leerlingen. Geen hele grote verschillen met het onderwijs in België alhoewel de situatie wel degelijk anders is.

    • Bij Eco Children zijn de verschillen groter. Erg blij ben ik dat ik hier tenminste een week heb kunnen staan. Hier kreeg ik meer het gevoel dat ik wilde ervaren toen ik besloot naar Zuid-Afrika te gaan. Klassen van 90 tot 120 leerlingen geven al genoeg verschil aan lijkt me. Zo massaal dat er niet voor iedereen een plaats is en ze op de grond zitten, pennen of potloden zijn er niet altijd genoeg. Individuele hulp is ondenkbaar. Net zoals het houden van orde en het creëren van een geschikte leeromgeving. En de leerkrachten kan ik hier niet eens de schuld van geven wetende dat zij ook in zo'n situatie hebben gezeten en niet de opleiding hebben gehad om hiermee om te gaan. Er is gebrek aan geld waardoor de voorziening zo ongunstig zijn dat kwaliteitsvol onderwijs niet haalbaar is. Een basisbehoefte zoals een toilet is niet vanzelfsprekend. Er zijn toiletten, maar wel maar drie voor de hele school. Dit zijn 800 leerlingen. Kijkend naar het aandeel van hygiëne en persoonlijke verzorging op mentaal welbevinden kun je concluderen dat het welbevinden zo niet optimaal is. En daarmee de mindset om goed te kunnen leren ook niet. Met 120 kinderen in de klas kan er niet op maat worden lesgegeven en kinderen die achterlopen zullen dit altijd aan de hand hebben. Dit maakt het onderwijs ontzettend moeilijk. Ook hier maak ik in mijn achterhoofd de vergelijking met België: het is inefficiënt, massaal, niet productief... Maar je kunt de leerkrachten en schoolpersoneel niks verwijten vind ik. Het probleem ligt hoger, bij de overheid. Voor mij was het ontzettend leerzaam om dit mee te maken ondanks dat ik niet letterlijk in de klas gestaan heb. Gedurende het sportproject krijg je toch heel wat mee. Een groot verschil dus. Grote klassen, gebrek aan basisbehoeften zoals sanitair, ongeschoold personeel en geen mogelijkheid tot individuele aandacht. In tegenstelling tot de verschillen tussen SCS en Belgisch onderwijs situeren de verschillen tussen België en Eco Children zich op fundamenteel niveau. Treurig om te zien dat deze kinderen niet de kansen krijgen die ze verdienen. Tegelijkertijd voor mij persoonlijk (even een egoïstisch standpunt), een ervaring die me rijker heeft gemaakt.
  • Een rol van betekenis spelen in de ontwikkeling van (kansarme) jongeren. Hiervoor mag ik meelopen bij non-profit organisatie Eco Children.
    • Tijdens het sportproject heb ik met de kinderen activiteiten gedaan. Het was maar heel kort en toch heb ik het gevoel dat ik een bijdrage heb kunnen leveren. De kinderen konden onbezorgd sporten en meedoen met de activiteiten. Ik heb ze zien lachen en ze zien genieten en dat was voor mij het belangrijkste. Door de activiteitenbundel zo op te stellen dat de school de activiteiten zelf ook kan doen (rekening houdend met materiaalgebruik e.d.) hoop van harte dat mijn bijdrage langer doorwerkt dan die ene week dat ik er zelf fysiek gestaan heb. Het doel van het project was ook om de leerkrachten van daar een bundel te kunnen geven met ideeën, opties en activiteiten die zij met de kinderen kunnen doen. Zoals al eerder vermeldt hebben de meeste leerkrachten geen opleiding kunnen volgen en dus is hun kennis soms niet toereikend genoeg. Van harte hoop ik dat de bundel die ik en mijn medestudenten gemaakt hebben bijdraagt aan de ontwikkeling van de leerkrachten op het gebied van doe-activiteiten en aan de plezierbeleving van de kinderen. Door het Coronavirus is het project te vroeg moeten stoppen, maar laten we hopen dat de leerkrachten hun enthousiasme behouden en de rest van de bundel ooit nog eens in de praktijk brengen!

  • In contact komen met de lokale bevolking
    • Ondanks dat ik achteraf het gevoel heb dat ik dit meer had kunnen doen ben ik toch regelmatig met locals in contact gekomen. (als ik drie maanden had kunnen blijven was dit misschien ook wel gebeurd, who knows...) Als we iets gingen drinken, tijdens evenementen zoals de sportdag, tijdens het uiteten of tijdens een uitstap, de mensen zijn heel open en je kunt er makkelijk een gesprek mee aanknopen. Interessant om hun denkwijze te horen over het land en de geschiedenis ervan. En ook over de gevolgen die nu nog aanwezig zijn. Het leverde naast serieuzere gesprekken ook minder serieuzere gesprekken op over andere onderwerpen zoals sport, bier, braaien, de natuur en België. Zoals ik al in mijn laatste reisblog schreef heb ik veel mooie mensen mogen ontmoeten. Wie weet zie ik ze nog eens terug. Ze hebben mijn ervaring in Zuid-Afrika in ieder geval tot een hele mooie gemaakt!
© Joep Baetsen
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin